Drs. C.C.L.M. Naves
Voorzitter(s): drs. J.M. Martens, interventieradioloog, Rijnstate ziekenhuis, Arnhem & Drs. R.C. van Nieuwenhuizen, vaatchirurg, St. Lukas/Andreas Ziekenhuis, Amsterdam
14:30 - 14:40u
in Atrium zaal
Doel
In Nederland hebben meer dan 800.000 mensen een vorm van diabetes. Uit onderzoek is gebleken dat 12-25% van hen gedurende hun leven een wond aan de voet zal ontwikkelen. De toenemende vergrijzing en de toenemende adipositas in de Nederlandse bevolking zullen ervoor zorgen dat deze getallen de komende jaren alleen maar zullen toenemen. Diabetische ulcera zorgen voor een substantiële morbiditeit, achteruitgang van kwaliteit van leven en hoge behandelkosten. Daarnaast is de aanwezigheid van een diabetisch ulcer de belangrijkste risicofactor voor het ondergaan van een amputatie aan de onderste extremiteit. In Nederland hebben een aantal ziekenhuizen de zorg rond deze patiënten op gespecialiseerde diabetische voeten poliklinieken georganiseerd. Er wordt met een multidisciplinair team gewerkt om de zorg voor de patiënt zo optimaal mogelijk te krijgen. Het doel van het onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de potentiële meerwaarde van gespecialiseerde diabetische voetzorg.
Methoden
In ons ziekenhuis (een groot perifeer ziekenhuis in West-Nederland), zijn in 2010 en 2011 alle nieuwe patiënten die zich op de diabetische voeten polikliniek presenteerden geregistreerd. Vervolgens zijn deze patiënten gedurende een periode van 2 jaar nauwkeurig vervolgd. De evaluatie vond plaats na 3, 6, 12 en 24 maanden. Hierbij werd niet alleen het verloop van de wondbehandeling in kaart gebracht, maar werden ook alle comorbiditeiten geregistreerd: onder andere perifeer arterieel vaatlijden, de nierfunctie, het BMI, het HbA1C, hypertensie, hypercholesterolemie en het rookpatroon. Daarnaast zijn alle interventies nagegaan: opnames, radiologische interventies en operaties (zowel bypass operaties als amputaties). Patiënten werden uit controle ontslagen als de wond genezen was.
Resultaten
In totaal zijn er 206 patiënten intensief vervolgd. In deze groep waren 143 mannen en 63 vrouwen. Na 24 maanden was bij 76.2% het ulcus genezen. De 2-jaars mortaliteit voor de hele groep was 18.9%. Een substantieel deel van de patiënten onderging een amputatie. In 16.5% van de gevallen betrof het een ‘minor amputation’ (amputatie van een of meer tenen of een voorvoet), in 5.3% van de gevallen betrof het een ‘major amputation’ (een onder- of bovenbeensamputatie).
Conclusie
Door dit prospectieve vervolgonderzoek is meer inzicht gekregen in de effectiviteit van een multidisciplinaire diabetische voetenpoli. De intensieve zorg die geboden wordt op de polikliniek zorgt voor een afname van de ‘major amputations’ (12.8-22.8% in de literatuur vergeleken met 5.3% in dit cohort). Een afname van deze amputaties betekent dat patiënten veelal zelfstandig kunnen blijven. Daarnaast is er ook een veel kleinere groep die een ‘minor amputation’ ondergaat: 38% in de literatuur vergeleken met 16.5% in de onderzochte groep.