Drs. Q.M.B. de Ruiter
Voorzitter(s): dr. P. Hedeman Joosten, vaatchirurg, Rijnland ziekenhuis, Leiderdorp & dr. O.E.H. Elgersma, interventieradioloog, Albert Schweitzer ziekenhuis, Dordrecht
14:00 - 14:10u
in Atrium zaal
Een EVAR (EndoVascular Aneurysm Repair) wordt verricht onder röntgen-doorlichting. Voorheen gebeurde dat meestal met gebruik van een mobiele C-arm, maar meer en meer worden deze ingewisseld voor vaste angiostatieven op hybride operatiekamers. Deze overgang heeft echter consequenties voor de stralingsdosis waaraan patiënten en medisch personeel blootgesteld worden. Integratie van de ClarityIQ-technologie moet de stralingsdosis verminderen zonder in te leveren op beeldkwaliteit. De totale stralingsdosis van een interventie is een optelling van de dosis veroorzaakt door normale doorlichting en de dosis ten gevolge van digital substractie imaging (DSA). Lagere dosis doorlichtingsbeelden hebben een lagere beeldkwaliteit en worden ingezet voor continue realtime doorlichting. De hogere dosis DSA doorlichting wordt ingezet voor soft tissue contrast en, in combinatie met jodiumhoudend contrast, voor afbeelding van de vasculaire structuren en detectie van endoleaks. Het doel van deze studie is om de totale stralingsdosis te vergelijken gedurende verschillende typen Evar procedures, gebruikmakend van een mobiele C-arm, een vaste angiostatief zonder ClarityIQ en een vast angiostatief met ClarityIQ technologie. Tussen 1 december 2012 en 1 januari 2013 werden patiënten geïncludeerd, welke een EVAR, Thora ic EVAR, Branched-EVAR, Fenestrated-EVAR of Chimney-EVAR hebben ondergaan. Patiënten tussen 1 dec en 1 juli werden behandeld met behulp van een Philips Veradius mobiele C-arm, tussen 1 juli en 25 oktober werden behandeld met een vaste angiostatief (Philips Allura FD20) zonder ClarityIQ-technologie en na 25 oktober werden patiënten behandeld met dezelfde vaste C-arm gecombineerd met het dosisreductie ClarityIQ-technologie. Data werd verzameld d.m.v. de door het apparaat gegenereerde dosis rapporten, waarbij de totale stralingstijd in minuten (min) en de Doses Area product (DAP) in Gray per cm2 (Gycm2) werden genoteerd. De fluorescentietijd (FLT) is cumulatieve tijd in minuten, en de Dose Area Product (DAP) is een stochastische stralingsmaat voor de totale dosis geabsorbeerd door de patiënt.
In totaal zijn 48 patiënten geïncludeerd: 24 patiënten behandeld met behulp van de mobiele C-arm en 24 patiënten met behulp van een vast angiostatief. Van deze laatste groep zijn 14 patiënten behandeld voor de Allura Clarity update en 10 patiënten met de ClarityIQ-technologie. De gemiddelde DAP, gecorrigeerd voor type interventie, was voor de mobiele C-arm = 78.37 Gycm2 (78.18), vast statief zonder ClarityIQ-technologie 834.13 Gycm2 ( 128.80), en vast statief met ClarityIQ-technologie 147.98 Gycm2 (144.15 ). Dosis was significant verhoogd door gebruik vast Angio systeem zonder ClarityIQ-technologie ( p = 6.11 10-8) en niet significant verhoogt bij gebruikt ClarityIQ-technologie (p = 0.310) ten opzichte van de mobiele C-arm. Het percentage DAP exposure ten opzichte van de totale DAP voor de mobiele C-arm is 1.01% (0.74), voor de Vaste C-arm 50.82 % (15.38) en voor de vaste C-arm met Clarity is deze 41.39% (12.66). Beiden zijn significant verhoogd ten opzicht van de totale stralingsdosis bij een mobiele C-arm. In een hybride OK, zonder Allura Clarity, is de totale stralingsdosis fors verhoogd ten opzichte van een mobiel apparaat. Door integratie met het dosisreductie ClarityIQ-technologie is de dosis wel verhoogd, maar niet significant afwijkend ten opzichte van gebruik van de mobiele c-arm. Echter wordt een groter percentage van de totale stralingsdosis, zowel met als zonder ClarityIQ-technologie, bepaald door het gebruik van digitale beelden. Een verhoging in DAP heeft tot gevolg dat het medische personeel een hogere stralingsdosis zal absorberen gedurende de interventie. Adequate afscherming is daarom bij het in gebruik nemen van een hybride OK voor het plaatsen van stents in de aorta nog meer van belang dan wanneer eenzelfde procedure word uitgevoerd met een mobiele c-arm. Verlaging van de stralingsdosis kan worden veroorzaakt door het aantal DSA momenten tijdens de procedure te beperken tot een minimum. Als er een DSA wordt gemaakt kan de dosis beperkt worden door zo kort mogelijk te stralen met een minimaal aantal frames per seconde. Daarnaast kan de stralingsdosis van de operateur verminderd worden door actief te letten op accurate afscherming, bijvoorbeeld door optimaal positioneren van het plafond loodschermen en gebruik te maken van afdekmateriaal met lood. Tot slot moet waar mogelijk tijdens normale doorlichting en nog meer tijdens het maken van DSA beelden, voldoende afstand worden gehouden ten opzichte van het angiostatief. Een mogelijkheid is door een stap achteruit te doen tijdens de DSA runs en waar mogelijk het handpedaal te gebruiken voor het maken van deze beelden. Conclusies: De verbeterde toename in beeldvorming bij de overgang van een normale OK met een mobiele C-arm naar een hybride OK met een vast angiostatief gaat ook gepaard met een forse toename in de stralingsdosis. Deze stralingsdosis is voornamelijk toe te schrijven aan de zeer hogere stralingsdosis gedurende digital imaging.